Sarphatistraat hoek Hoogte Kadijk
Café Roetersstraat
Pizzeria Abe Veneto, Pl. Muidergracht
Monnie en Stien van de avondwinkel Holland-België, hoek Nieuwe Prinsengracht en Roetersstraat, foto Rob Brouwer
Op woensdag 30 juni 2010 was de legendarische avondwinkel Holland-België in de Roetersstraat voor het laatst open. Sinds een overval in maart is voor eigenaar Herman Valvekens en zijn vrouw de lol er af. Ze ontleende haar populariteit in de Plantage- & Weesperbuurt niet alleen (tot het laatst) aan de intimiteit en de uitstekende patat, maar ook aan de rondborstige joods-Amsterdamse gein van de oprichter, Monnie Valvekens, vader van Herman (die in 1990-1991 nog bekender werd als talkshow-host van AT5).
De sloop van St Jacob luidt een nieuw hoofdstuk in! In de plaats van het onderkomen voor arme Katholieke oude mannen en vrouwen in 1866, en later verpleeghuis voor ouderen, worden er nu ‘levensbestendige’ appartementen gebouwd voor meer welgestelde senioren. Met een mooi uitzicht op Artis en de oude Artisbibliotheek! Wel blijft er nog een kleine zorgafdeling aanwezig voor ernstig zieke of demente ouderen. De buurt protesteerde, niet tegen de nieuwe functie maar men vond onder meer het uiterlijk en de massieve omvang van het nieuwe gebouw niet passen bij de overige gevarieerde bebouwing van de Plantage Middenlaan. Er werd geprocedeerd tot in de Hoge Raad, maar tevergeefs.
Alleen de kapel blijft behouden.
Na het verdwijnen van het spooremplacement werd het terrein naast Artis in gebruik genomen door woonbootbewoners en stadsnomaden. Maar ook zij moesten het veld ruimen, ditmaal voor de aanleg van de Savanne en een groot parkeerterrein.
Op 5 mei 1892 opende de "Artis Schouwburg" haar deuren op de Plantage Middenlaan. De schouwburg was zeer modern maar ging al na 2 jaar failliet.
De Nederlandse Toneelvereniging werd huurder van wat inmiddels de "Hollandsche Schouwburg" was gaan heten. Zij speelden stukken van Heijermans en vooral "Op hoop van zegen" was een groot succes.
Tussen 1930 en 1940 gingen de zaken slecht door concurrentie met theaters rond het Leidseplein en met bioscopen. Weer volgde faillissement waarna de naam veranderde in de "Plaza Schouwburg" en later opnieuw "Hollandsche Schouwburg".
In 1941 dwingt de Duitse bezetter af dat alleen nog joodse acteurs mogen spelen voor joods publiek in de nu "Joodsche Schouwburg". In 1942 wordt de schouwburg gesloten en verandert in verzamelplaats voor joden die naar kamp Westerbork en Vught gevoerd zullen worden van waaruit deportatie naar de vernietigingskampen volgde.
Kinderen tot 13 jaar werden meteen gescheiden van hun ouders en ondergebracht in de tegenoverliggende crèche waar de bewaking minder streng was. Van daaruit werd het leven van zo'n 600 kinderen gered mbv de door verschillende verzetsgroepen georganiseerde Kindersmokkel.
In 1947 kocht de "Stichting Hollandse Schouwburg" het pand om te voorkomen dat het weer een theater zou worden. Er werd een herdenkingsplaats ingericht.
Panorama’s waren in de 19 de eeuw een populair volksvermaak. In alle grote steden was er wel zo’n gebouw, in Amsterdam al 6 stuks. G.F. Westerman (directeur van Artis) was de initiatiefnemer met een startkapitaal van f250.000 en I. Gosschalk de architect (ook bekend van het Aquarium van Artis).
Er waren 6 grote doeken van 115m lang en 15m hoog met div. historische en landschappelijke thema’s: De intocht in Jeruzalem, Het beleg van Haarlem, Nova Zembla (heel populair!), De kruisiging van Jezus, De verwoesting van Pompeï en Het panorama van Scheveningen (Mesdag).
De opkomst van de bewegende film luidde de neergang in van de panorama’s. Er werd geen vervangende functie voor het gebouw gevonden, het stond leeg en verloederde. De sloop was spectaculair! Met een grote klap stortte de enorme koepel naar beneden. Het Algemeen Handelsblad kopte: De laatste voorstelling was een succes!
Op de plek van het huidige Plancius gebouw (1874-1876) stond het huis van wetenschapper Plancius, die als protestant uit Vlaanderen naar Nederland vluchtte en beroemd werd als cartograaf, astronoom en predikant.
Het werd gebouwd als joodse sociëteit en repetitieruimte voor het koor ‘Oefening baart Kunst’. In 1881 kwam er achterin een wintertuin.
In 1883 werd het pand verkocht en kreeg uiteenlopende bestemmingen:
Zalencentrum
Taxicentrale, eerst de Taxi Auto Maatschappij, toen de Amsterdamsche Rijtuig Maatschappij. De wintertuin moest wijken voor een overkapping.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog moesten de taxi’s plaats maken voor een paardenstal en deze vervolgens voor Duitse voertuigen.
Na de oorlog verhuurde de ARM een deel aan een lingeriefabriek.
In 1970 huisde er de Ongevallendienst van de Amsterdamse Politie.
In 1999 betrok het verzetsmuseum het pand. Deze functie heeft het gebouw nog steeds, annex restaurant "Plancius”.
Op initiatief van de buurt werd in 1998 een voetbalkooi geplaatst voor de straatvoetballers van de Kadijken. Ruud Jan Kokke tekende voor een ontwerp met golvende gaasmatten waardoor de geluidsoverlast beperkt blijft. In eerste instantie stond de kooi nabij Artis, later is hij verplaatst naar de Geschutswerf. De opening werd verricht door voetballer Kiki Musampa en wethouder Guusje ter Horst.
Voor de Tweede Wereldoorlog was de Weesperstraat vergelijkbaar met hoe de Utrechtse Straat nu is - smal, levendig en vol winkels. Na de oorlog was daar weinig van over. Hele blokken werden gesloopt en het zou lang duren voor daar andere bebouwing voor terug kwam.
Aan de Nwe. Achtergracht staat sinds 1845 het gebouw van de oudste diamantslijperij van Amsterdam. Ooit werkten hier honderden mensen aan de 436 met stoom aangedreven slijpmolens. Bij dit werk was goed licht heel belangrijk, vandaar de vele ramen.
In de jaren '60 werd de slijperij gesloten en nam de Universiteit van Amsterdam het gebouw in gebruik. In 2010 werd het onderdeel van de grote renovatie van Roeterseiland en trok CREA in het gebouw.